Aankondiging NOW-regeling (14 april 2020)
Inleiding
De uitbraak van het COVID-19-coronavirus en de daarmee verband houdende vergaande overheidsmaatregelen leiden bij veel bedrijven tot een forse omzetdaling of zelfs tot algehele sluiting. Het kabinet ziet de uitbraak niet meer als een normaal ondernemersrisico en zal u als werkgever hierbij ondersteunen. U kunt op grond van de ‘Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid’ (NOW) een subsidie ontvangen met als doel het tegemoetkomen in de betaling van uw loonkosten.
Gevolgen voor u
De NOW is voor u van toepassing als u gedurende drie maanden ten minste 20% omzetdaling heeft. U kunt dan vanaf 1 maart een subsidie van maximaal 90% van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Bij een omzetdaling van 100% is dat 90%, bij bijvoorbeeld 50% omzetdaling 45% (50% van 90%) van de totale loonsom. Voorwaarde is dat u het gebruikelijke salaris aan uw werknemers blijft doorbetalen en dat u tijdens de periode dat u subsidie ontvangt geen aanvraag bij het UWV doet voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Omzetdaling en loonsom
In de NOW spelen twee begrippen een cruciale rol: de omzet en de loonsom.
Hoe groter de omzetdaling, hoe hoger de subsidie voor u is. Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, wordt eerst uw totale omzet uit 2019 door vier gedeeld. Deze omzet wordt vervolgens vergeleken met de omzet in maart-april-mei 2020. Als u de gevolgen pas later terugziet in de omzetdaling kunt u ook een periode aangeven die één of twee maanden later start, bijvoorbeeld mei-juni-juli.
Als uw bedrijf bestaat uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden.
Voor de loonsom neemt het UWV de gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst automatisch over. De grondslag is het zogenoemde sociale verzekeringsloon. U wordt ook gecompenseerd voor het loon dat u doorbetaalt aan werknemers met een flexibele arbeidsomvang, zoals oproepkrachten.Betaalt u hen niet of minder dan wordt uw subsidie uiteindelijk ook lager. Ook uw werkgeverslasten worden voor 30% gecompenseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om pensioenpremies, premies werknemersverzekeringen en – meestal – een reservering voor vakantiegeld. De loonsom wordt daarom vermenigvuldigd met 1,3. Daarnaast is het loon per werknemer gemaximeerd op € 9.538 per maand. Een hoger salaris wordt niet gecompenseerd.
Voorschot en definitieve vaststelling
Het voorschot dat in het kader van de NOW wordt verstrekt, is gebaseerd op de loonsom van januari 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van die loonsom over januari 2020. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom – zoals gebruikt bij het voorschot – vergeleken met de loonsom van de 3-maandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Die loonsom kan lager zijn dan in
de referentieperiode, omdat werknemers intussen niet meer in dienst zijn of niet meer zijn opgeroepen en daarom geen loon hebben ontvangen. Bij verlies aan werkgelegenheid, blijkend uit het verlies aan loonsom, wordt de subsidie lager vastgesteld en wordt het voorschot gedeeltelijk teruggevorderd. Een hogere loonsom vanaf 1 februari 2020 leidt niet tot een hogere vaststelling van de subsidie.
Aanvraag en betaling
Het UWV voert de regeling sinds 6 april 2020 uit en betaalt al voorschotten uit. U kunt tot en met 31 mei 2020 een aanvraag indienen via een formulier dat UWV via www.uwv.nl beschikbaar stelt. Daarbij dient u de procentuele verwachte omzetdaling, het loonheffingennummer en de aaneengesloten 3-maandsperiode waarover de omzetdaling wordt verwacht, te vermelden. En ook het rekeningnummer waarop u betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt. Als het UWV positief oordeelt, keert het UWV een voorschot van 80% uit, te betalen in drie termijnen.
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient u vaststelling van de subsidie aan te vragen. Hiervoor is een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal het UWV binnen 52 weken een eindafrekening doen. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of nabetaling.
Meer informatie?
Wij helpen u graag bij de aanvraag voor de NOW. Wij kunnen bijvoorbeeld het omzetverlies berekenen en de loonsom vaststellen. U kunt contact opnemen indien wij kunnen assisteren om de mogelijkheden voor u in kaart te brengen.
Verruiming van de NOW-regeling (4 mei 2020)
Op maandag 4 mei 2020 is de ‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW)’ op de volgende punten verruimd:
- De zogenoemde concernregeling in de NOW. Deze regeling is verruimd, zodat het voor individuele werkmaatschappijen van een concern mogelijk is geworden om subsidie voor hun loonkosten aan te vragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij (in plaats van op basis van de omzetdaling op concernniveau) als bij het concern sprake is van minder dan 20% omzetdaling. Dit is alleen mogelijk bij nieuwe NOW-aanvragen.
- Vraagt u als werkgever een tegemoetkoming aan, dan wordt u nu geacht akkoord te zijn met het eventueel openbaar maken van informatie uit het subsidiedossier.
- Heeft u als werkgever een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer, dan hoeft u niet langer een Nederlands bankrekeningnummer aan te leveren.
De ‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid’ (NOW) is op enkele punten verruimd. Onderstaand tref de precieze verruimingen aan:
Afwijking bepaling omzetdaling op concernniveau
Het is sinds 5 mei 2020 toegestaan dat individuele werkmaatschappijen van een concern subsidie voor hun loonkosten aanvragen op basis van de omzetdaling van de werkmaatschappij – in plaats van op concernniveau – als er bij het concern sprake is van minder dan 20% omzetdaling. Uit een accountantsverklaring zal moeten blijken dat er sprake is van minder dan 20% omzetdaling op concernniveau en dat er sprake van tenminste 20% omzetdaling op het niveau van de werkmaatschappij. De omzetdaling wordt uitgedrukt in hele procenten en afgerond naar boven.
Vervolgens bepaalt de hoogte van de omzetdaling bij de werkmaatschappij de hoogte van de NOW-subsidie. Voor concerns die een omzetdaling van ten minste 20% hebben, geldt dat zij gewoon gebruik kunnen maken van de hoofdregel, waarbij de omzetbepaling bepaald wordt op concernniveau. Voor hen geldt deze afwijkingsmogelijkheid niet.
Let op!
Het moet gaan om dezelfde referentieperioden: maart-april-mei, april-mei-juni of mei-juni-juli. Als verschillende werkmaatschappijen van het concern apart aanvragen zullen zij ook dezelfde periode moeten opgeven. Dit geldt niet voor percentage aan omzetverlies.
Voorwaarden:
- de subsidieaanvraag – het voorschot – is gedaan na 5 mei 2020;
- het is geen personeels-bv. Personeel-bv’s moeten altijd uitgaan van omzetdaling op het concernniveau;
- de werkgever handelt in overeenstemming met een overeenkomst, die door hem voorafgaand aan de subsidieaanvraag wordt aangegaan, inclusief dagtekening, met de belanghebbende verenigingen van werknemers en bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers, over werkbehoud. Bij werkmaatschappijen met minder dan 20 werknemers volstaat akkoord van een vertegenwoordiging van werknemers;
- het groepshoofd (met consolidatieplicht artikel 2:406 BW) of de moedermaatschappij (artikel 2:24a BW), verklaart voorafgaand aan de aanvraag dat over 2020 geen dividenden aan aandeelhouders of bonussen aan de Raad van Bestuur en directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap waarop dit artikel wordt toegepast, waaronder mede begrepen winstdelingen, zullen worden uitgekeerd of eigen aandelen zullen worden ingekocht door de rechtspersonen binnen de groep tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Met dividend worden gelijkgesteld andere winstuitkeringen aan derden buiten de groep.
- de andere rechtspersonen of vennootschappen binnen een groep voeren geen opdrachten of projecten uit die ten koste kunnen gaan van de rechtspersoon of vennootschap waarvoor de omzetdaling met toepassing van dit artikel wordt bepaald; en
- de omzetdaling van de groep bedraagt minder dan 20% in de gekozen meetperiode. Aanvragen die eerder dan 5 mei 2020 zijn ingediend, zijn uitgegaan van een omzetdaling van minstens 20% op concernniveau en komen derhalve niet in aanmerking komen voor deze wijziging, omdat de voorwaarde is dat het concern minder dan 20% omzetdaling heeft. Is er bij de aanvraag voor het voorschot een omzetdaling van ten minste 20% voor het concern opgegeven, terwijl dat in werkelijkheid minder blijkt te zijn, kunnen, gelet op voorwaarde a, niet alsnog een aanvraag indienen voor een werkmaatschappij.
Controlewaarborgen
Met het oog op het beperken van strategisch gedrag worden een aantal voorwaarden en waarborgen voorgesteld. Over deze voorwaarden is overleg gevoerd met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). In de nog op te stellen standaarden van accountants wordt nog uitgewerkt hoe de controle van de accountant hierop plaatsvindt. Accountants zullen over deze en de eerdere voorwaarden onderzoek doen naar de toepassing van deze voorwaarden door de werkmaatschappij en dit dus ook meenemen in de controle.
1. Geen werkzaamheden overdragen aan de andere werkmaatschappijen
De andere werkmaatschappijen mogen geen opdrachten of projecten uitvoeren die ten koste gaan van de werkmaatschappij, die de subsidie aanvraagt, die dit normaal gesproken zou uitvoeren en die voor die andere werkmaatschappij afwijkend zijn. Het is dan ook niet toegestaan in of over de meetperiode op een laat of later moment opdrachten om te boeken naar een andere werkmaatschappij. Dit betekent dat de subsidie vragende werkmaatschappij geen werkzaamheden mag overdragen aan andere werkmaatschappijen binnen het concern voor de werkzaamheden behorende tot de omzet zoals opgenomen in de jaarcijfers 2019 van de subsidie vragende werkmaatschappij of, bij gebrek aan deze cijfers, de jaarcijfers 2018.
2. Bij uitlening van werknemers wordt de omzetdaling gecorrigeerd
Als werknemers van de werkmaatschappij in het subsidie-tijdvak activiteiten ondernemen bij een ander entiteit binnen het concern, dan dient bij de vaststelling van de subsidie de omzetderving van de werkmaatschappij te worden verlaagd met de daaruit voortvloeiende (theoretische) omzet. Dit voorkomt dat door schuiven met personeel de loonkosten, die bij andere werkmaatschappijen via die omzet gedekt worden, voor financiering in aanmerking komen. Deze personen zijn immers gewoon aan het werk voor het concern en de omzet en resultaten van die activiteiten komen ook toe aan het concern (en de aandeelhouders). Voorwaarde is dat de grondslagen en normale procedures voor uitlening niet aangepast mogen worden. Voor deze berekening wordt uitgegaan van de omzet per loonkosteneenheid zoals deze in de werkmaatschappij in 2019 is gegenereerd. Aanvullend personeel (dus geen vervanging) dat pas sinds februari 2020 verloond wordt telt hier niet bij mee (daar kan namelijk ook geen subsidie over worden ontvangen). Indien een werkmaatschappij de omzet al op deze manier corrigeert via facturering, en men aan deze voorwaarde voldoet, dan hoeft de omzetdaling natuurlijk niet dubbel te worden gecorrigeerd. Dit wordt door de accountant onderzocht.
3. Het transfer-pricing systeem mag niet worden aangepast
Het Transfer-pricing systeem zoals gehanteerd in de jaarrekening 2019 of de laatst vastgestelde jaarrekening is leidend voor de meetperiode 2020 en mag niet worden aangepast. Dit voorkomt ten dele dat met omzet geschoven wordt door extra verhoging of verlaging van interne doorbelastingen. In de regeling wordt namelijk niet verplicht gesteld dat het dient te gaan om externe omzet. Reden daartoe is dat er anders een discrepantie kan ontstaan tussen concerns die hun externe omzet wel via een verkoop-bv laten lopen en concerns die een iets andere structuur hebben. Als dit niet goed door de werkmaatschappij wordt berekend, dan dient de omzet te worden herberekend op basis van de eerder gehanteerde interne verrekeningsprijzen.
4. Mutatie voorraden gereed product worden aan de omzet van de werkmaatschappij toegerekend
Dit beperkt het risico van schuiven met voorraden. Bijvoorbeeld: een productie-bv produceert goederen en verkoopt deze normaal direct aan de verkoop-bv. In de meetperiode houdt de productie-bv die goederen in voorraad, met een lagere omzet tot gevolg. Dat leidt ertoe dat dat de omzetdaling toeneemt, terwijl de activiteiten niet of slechts beperkt afnemen. Daarom wordt deze bijzondere voorwaarde voorgesteld voor werkmaatschappijen. De accountant zal onderzoeken of de werkmaatschappij dit heeft gedaan in de omzetberekening.
Akkoord openbaarmaking subsidiedossier
De werkgever die een tegemoetkoming aanvraagt, wordt geacht akkoord te zijn met het eventueel openbaar maken van informatie uit het subsidiedossier. Dit betreft de naam en het adres van werkgever, het verstrekte voorschot en de vastgestelde subsidie.
Buitenlands bankrekeningnummer
Werkgevers met een niet-Nederlands SEPA-bankrekeningnummer hoeven niet meer een Nederlands bankrekeningnummer aan te leveren.